Met veel enthousiasme werd in Haaksbergen het oude volksfeest, het Schuttersfeest, gevierd. Al in de vroege ochtend trokken de tamboer en hoornblazer eropuit om met krachtig trompetgeschal en een stevige trommelslag de deelnemers te wekken. Ze vervulden hun taak met succes, want precies op tijd stonden de schutters klaar. In een open landauer werd de voormalige schutterskoning, de heer B. F. M. Nijhof, van zijn huis opgehaald, waarna kapitein Wolsink het commando “Voorwaarts marcheert” gaf.
De Haaksbergse Harmonie, die nu ook een vrouwelijke tamboer in haar gelederen heeft, bracht weer een keurig repertoire van pittige marsmuziek ten gehore. Hierdoor bereikten ze al snel het schietterrein in het Volkspark Scholtenhagen. Daar wachtte de stevig gebouwde houten vogel op zijn verhoogde zitplaats, klaar om door kogels doorboord te worden. Het koningsschot deed de vogel al hevig trillen, maar het duurde bijna een uur voordat de staart werd neergehaald. Vervolgens volgden de kop en daarna snel achter elkaar de linker- en rechtervleugel. De romp bleek taai te zijn en bood weerstand. Pas in de derde ronde ging hij neer, nadat een goedgemikt schot van A. Middelhuis het zwaar gehavende beest volledig neerhaalde. De poedelprijs, die wordt toegekend aan degene die een lege fles kapotschiet, werd al bij het eerste schot gewonnen door J. H. Scheggetman.
Bij de terugtocht nam de nieuwe koning, die Mej. Wevers tot koningin had gekozen, plaats in de landauer. Daarna volgde de traditionele rondgang door de straten van Haaksbergen. In hotel “De Klok” reikte de heer J. G. H. Jordaan met een passend woord de prijzen uit aan de winnaars. Hij was verheugd over de grote deelname aan het eeuwenoude Haaksbergse volksfeest. Hoewel het soms leek alsof dit oude volksgebruik verloren zou gaan, heeft het steeds weer herleefd. Hij riep op om het Schuttersfeest tot in lengte van dagen in ere te houden.